Maar soms, is het ook gewoon f*cking zwaar…

Ik ben knettergek op mijn kindje. Ik kan het niet anders verwoorden. Elke keer als ik naar haar kijk, wanneer ze ligt te slapen, wanneer ze met die grote blauwe kijkers naar mij kijkt of wanneer ze lekker aan het drinken is. Dan overvallen mij weer die enorme gevoelens van liefde. Het is ook een heel ander soort liefde dan die ik al kende. Het is directer en veel zekerder. Terwijl het gevoel zelf mij niet onbekend is, ik voel het ook wanneer ik naar mijn vriend kijk. Misschien is het gevoel voor mijn kind alleen…. ‘oneindiger’. Het is moeilijk te omschrijven.
Maar hoeveel liefde ik ook voel voor dit kleine wezentje, hoe gek ik ook op haar ben. Soms…soms vind ik het allemaal ook f*cking zwaar.
1. “Alsof ze er altijd al was”
Soms hoor je het mensen zeggen, als je ze vraagt hoe het met ze gaat na de geboorte van hun eerste kind. Dan zeggen ze zoiets als: “Het is alsof hij/zij er altijd al bij was.” of “Ik kan het me niet meer herinneren hoe het was zonder hem/haar.”
Nou….dat komt dan misschien door je slaapgebrek. Ik weet nog dondersgoed hoe het was zonder onze lieve dochter. Betekent niet dat het zonder haar beter was, zeker niet, maar het was wel een stuk makkelijker. Want deze verandering, van stel naar gezin, is ook gewoon f*cking zwaar.
2. Mijn hormonen – ik verander in een weekdier
Ik heb negen maanden lang vrij weinig last gehad van mijn hormonen. Nee echt. Je mag het vriendlief vragen en die zal hetzelfde zeggen. Ik had geen rare cravings, geen huilbuien of moodswings. En dit klopt ook wel, ik had nou eenmaal een makkelijke zwangerschap.
Maar, sinds de bevalling, ben ik met een inhaalslag bezig op dit gebied! Poeh, jongens…berg je maar. Zo duren de kraamtranen bij mij geen dag, maar al weken. Ik huil werkelijk om alles; om het cadeautje wat de kraamvisite meeneemt zo lief is, omdat ik de supermarkt zo eng vind opeens, omdat ik mn katten eigenlijk even op afstand wil houden en me daar schuldig om voel, om mijn onzekerheid, omdat m’n vriend zo lief is, omdat m’n vriend zo irritant doet, ect, ect. Je begrijpt het; ik huil werkelijk waar overal om. En daarom moet ik dan ook weer huilen, omdat ik mezelf dan zo stom vind omdat ik moet huilen.
3. Het slaap tekort
Wij hebben niets te klagen! Dat weet ik heel erg goed. Na onze ‘valse start’ doet ons moppie het ’s nachts ook super, ze heeft over het algemeen een laatste voeding om 23.00 uur. Dan komt ze ’s nachts meestal maar één keer, rond 03.00 uur en daarna pas weer om 07.00 uur ’s ochtends! Voor zo’n klein meisje, vind ik dit toch echt super. En dit doet ze al sinds dat ze vier weken oud was!
Maar toch, het slaapgebrek… Ik ben natuurlijk veel bloed verloren bij de bevalling, dus ik sta al 1-0 achter. En dan toch die korte nachten! En we houden allebei nou eenmaal van slaap en hebben het ook nodig. We mogen echt niet klagen en toch breken die korte nachten me wel op. En die vermoeidheid… Die werkt weer op de tranen waterval. 😉 Handig.
4. De borstvoeding
Als we het dan toch over tranen hebben; dit is mijn grootste ’trigger’. Borstvoeding is iets waarvan ik eerst zei dat ik het niet persee wilde. Tijdens de zwangerschap veranderde dat in: “we zullen het proberen en zullen zien”. Maar sinds ze er is… Ik wil graag borstvoeding geven, ik vind het zo bijzonder om haar aan de borst te hebben. Maar het gaat hier absoluut niet vanzelf.
Door de moeilijke eerste week (waarin geconstateerd werd dat haar tongriempje te kort was, waardoor ze niet kon aanhappen en vacuum trekken, niet genoeg binnen kreeg en te geel werd), heb ik echt een knauw mee gekregen. Die tijd in het ziekenhuis is zo ontzettend hard bij me binnen gekomen dat in de weken daarna de controle over de voeding nog niet kon loslaten. Ik zal hier nog eens uitgebreid over vertellen. Maar lang verhaal kort is dat ons meisje nu nog niet goed kan aanhappen aan de borst en mijn productie via het kolven loopt snel terug. Ik heb contact met een lactatiedeskundige, maar we zijn er nog niet.
3. Het verantwoordelijkheidsgevoel
Sinds ons meisje geboren is heb ik bijna nog geen moment zonder haar doorgebracht. Mijn schoonouders hebben heel lief een keer een middagje opgepast, zodat mijn vriend en ik even met z’n tweetjes de deur uit konden. Maar na vier uurtjes zonder haar vond ik het ook wel weer genoeg geweest.
Daarnaast ben ik altijd bij haar en altijd verantwoordelijk. Slaapt ze wel goed? Drinkt ze wel voldoende? Is ze niet te warm/koud? Speel ik wel genoeg met haar om haar ontwikkeling te stimuleren? Wat als ik haar te veel stimuleer? Oef….zo gaat het nog wel even door en moet ik mezelf heel goed toespreken: Ik doe wat ik kan. Daarnaast is ze vrolijk en gezond. Genieten moet het toverwoord zijn.
5. De onzekerheid
Bij dat verantwoordelijkheidsgevoel komt ook de onzekerheid. Volgens mij heeft onze kraamverzorgster het elke dag wel opgeschreven in mijn kraamboek: “moeder is onzeker over…”. En vul het thema van de dag maar in. Maar ik vind dit best lastig, want ik was nooit zo onzeker. Ik had meer een “we zullen het wel zien” mentaliteit.
Maar met de komst van een kindje is er zo veel te leren en staat de wereld even zo op z’n kop. Ik moet mijn weg hier echt nog in vinden.
Maar hier ben ik niet de enige in. Gelukkig zijn er idd moeders die er voor geboren zijn en ze weten/voelen direct vanaf het eerste moment wat ze kunnen en moeten doen voor hun kindjes. De moeders die direct weten wat het huiltje betekent en precies aanvoelen wat hun kindje nodig heeft.
Maar er zijn ook moeders die het allemaal moeten uitvogelen. Die na een paar maanden soms nog met de handen in het haar staan en zich afvragen waarom de baby huilt. Die boek na boek lezen om dé slaaptip te vinden. Gelukkig heeft je onzekerheid of je onwetendheid niets te maken met hoeveel je wel niet van je kindje houdt. Want dat doet elke moeder en daar kunnen we allemaal over meekletsen.
Maar kijk dit koppie nou, dan smelt je toch helemaal. Dit mooie meisje maakt het allemaal wel waard! ❤